Omgevingsvereisten. Houd je bij gebruik en opslag van de Mac mini aan de onderstaande omgevingslimieten. Als je dat niet doet, kan dat een nadelige invloed op de prestaties hebben:
Temperatuur bij gebruik: 10 tot 35 °C
Temperatuur bij opslag: -40 tot 47 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 5% tot 90% (niet-condenserend)
Hoogte bij gebruik: Getest tot 5000 meter
Gebruik de Mac mini niet op plaatsen met veel stof in de lucht, sigaretten- of sigarenrook, asbakken, kachels of open haarden of in de buurt van een ultrasone luchtbevochtiger die gebruikmaakt van ongefilterd kraanwater. Minuscule deeltjes in de lucht veroorzaakt door roken, koken, verbranding of het gebruik van een ultrasone luchtbevochtiger die gebruikmaakt van ongefilterd kraanwater, kunnen in zeldzame gevallen de ventilatieopeningen van de Mac mini binnendringen.
Je Mac mini meenemen. Zet de Mac mini uit en koppel alle kabels en snoeren los voordat je de computer optilt of verplaatst. Houd tijdens het optillen van de Mac mini de computer aan de zijkanten vast.
LET OP: Houd handen en vingers uit de buurt van bewegende delen om te voorkomen dat ze bekneld raken.
Connectors en poorten gebruiken. Probeer nooit een connector in een poort te duwen als de connector niet lijkt te passen. Zorg ervoor dat de poort voor het netsnoer volledig stof- en vuilvrij is voordat je het netsnoer aansluit. Wanneer je een apparaat op een poort aansluit, moet je ervoor zorgen dat de poort volledig stof- en vuilvrij is, dat de connector in de poort past en dat je de connector op de juiste manier ten opzichte van de poort hebt geplaatst.
Belangrijk: Gebruik alleen de originele kabels die met je computer of accessoire zijn meegeleverd, of kabels die worden verkocht bij een Apple Store of online op apple.com/nl en in een Apple Store.