Voorbeeld
Stel dat je overweegt hypothetisch waardepapier te kopen. De storting vindt plaats op 2 april 2010 (stortingsdatum), de obligatie vervalt op 31 december 2015 (vervaldatum) en de rente wordt elk kwartaal uitgekeerd (frequentie) op basis van feitelijke kalenderdagen (dagen-basis).
=COUP.AANTAL("02-04-2010"; "31-12-2015"; 4; 1) retourneert 23, omdat er tussen 2 april 2010 en 31 december 2015 23 driemaandelijkse couponbetalingsdatums liggen, waarvan de eerste 30 juni 2010 is.