Om de naam van de map te wijzigen, voer je een van de volgende stappen uit:
Klik op de naam van de map, typ een nieuwe naam en druk op de Return-toets.
Druk op de Return-toets en typ een nieuwe naam.
Kies 'Archief' > 'Wijzig naam', typ een nieuwe naam in het dialoogvenster en klik vervolgens op 'Gereed'.
Klik met de Control-toets ingedrukt op de map en kies 'Wijzig naam'. Typ vervolgens een nieuwe naam in het dialoogvenster en klik op 'Gereed'.
Om het symbool van de map te wijzigen, klik je met de Control-toets ingedrukt op de map en kies je 'Wijzig symbool'. Selecteer vervolgens een nieuw symbool in de lijst.
Klik in de Opdrachten-app op de Mac een van de volgende stappen uit:
Een opdracht naar een aangepaste map verplaatsen: Selecteer 'Alle opdrachten' in de navigatiekolom en sleep vervolgens een opdracht uit het hoofdvenster naar een map in de navigatiekolom.
Een opdracht uit een aangepaste map verwijderen: Selecteer een map in de navigatiekolom en sleep vervolgens een opdracht uit het hoofdvenster naar 'Alle opdrachten' in de navigatiekolom.
Tip: Om meerdere opdrachten te verplaatsen, houd je de Command-toets ingedrukt en selecteer je de opdrachten die je wilt verplaatsen.
Je kunt je aangepaste mappen verwijderen en eventueel ook alle opdrachten daarin.
Klik in de Opdrachten-app op de Mac een map in de navigatiekolom naar een nieuwe positie.