Er verschijnt een lijst met apps en taken in de navigatiekolom aan de rechterkant.
Sleep een taak uit de lijst naar de gewenste positie in het hoofdvenster van de opdrachteneditor.
Klik op 'Voeg filter toe' in de taak die je hebt toegevoegd.
Een standaardfiltertekenreeks verschijnt, bijvoorbeeld "Album is Alle foto's".
Klik op een van de termen in de tekenreeks en kies vervolgens een optie uit de lijst om de filtertekenreeks aan te passen.
Je kunt bijvoorbeeld op 'Album' klikken en 'Breedte' kiezen; klik vervolgens op 'is', kies 'is niet', klik op de laatste parameter en voer een getal in met het toetsenblok dat verschijnt.
Herhaal stap 2 en 3 om meer filterparameters toe te voegen.
Opmerking: Wanneer je meerdere filterparameters toevoegt, wordt de optie 'Alle' of 'Willekeurig' beschikbaar.
Bij zoek- en filtertaken kun je parameters gebruiken waarmee je de resultaten niet alleen kunt sorteren, maar ook het aantal resultaten kunt beperken dat met de filterbewerking wordt verzameld.
Voer in de Opdrachten-app magische variabele (afhankelijk van de taken in de opdracht), zodat je de limiet kunt wijzigen op het moment dat de opdracht wordt uitgevoerd.
Tip: Als je twee zoektaken achter elkaar wilt gebruiken, zonder dat de tweede taak de uitvoer van de eerste taak filtert, plaats je een taak 'Niets' tussen de twee zoektaken. Op die manier wordt er 'niets' als invoer doorgegeven aan de tweede zoektaak, waardoor de tweede taak de eigen inhoud ophaalt.